RADIUS
CCA  Centrum voor Hedendaagse Kunst en Ecologie 

24 februari – 05 mei 2024

DE GRENZEN AAN GROEI Hoofdstuk 1

HET VERLANGEN NAAR EEN DONUT(ECONOMIE)

Boek Tickets

— Een groepstentoonstelling over degrowth, de donuteconomie en de mogelijkheden van welzijn binnen planetaire grenzen.

Deelnemende kunstenaars: bambi van balen & Branco van Gelder | TOOLS FOR ACTION, Eline Benjaminsen & Dayna Casey, Cian Dayrit, DISNOVATION.ORG, Rosie Heinrich, Toril Johannessen, Carlijn Kingma, Jonas Staal, Marjet Zwaans & David Habets

De tentoonstelling HET VERLANGEN NAAR EEN DONUT(ECONOMIE) vormt de gespreksaanzet voor het jaarprogramma DE GRENZEN AAN GROEI, gericht op het herijken van de relatie tussen economie en ecologie. Aan de hand van het werk van twaalf kunstenaars geeft de tentoonstelling invulling aan een systeem waarin economisch en ecologisch welzijn in onderlinge samenhang en binnen planetaire grenzen wordt bezien. Hoe ziet een dergelijke meer-dan-menselijke en klimaat-inclusieve economie die recht doet aan een bredere welvaartsdefinitie eruit?

Campagnebeeld tentoonstelling HET VERLANGEN NAAR EEN DONUT(ECONOMIE) door Lisa Rampilli.

Het huidige kapitalistische systeem dat gebaseerd is op de belofte van toenemende economische groei, vooruitgang en welvaart genereert een permanente staat van crises. De opeenstapeling van de verschillende crises die we vandaag meemaken—van klimaat- en gezondheidscrises, tot economische, sociale en politieke crises—zijn het resultaat van een diepgewortelde uitbuiting van de leefomgeving, van mensen en niet-mensen. De tentoonstelling HET VERLANGEN NAAR EEN DONUT(ECONOMIE) presenteert het werk van een groep kunstenaars die inzicht verschaffen in de systeemcrises waarmee we worden geconfronteerd. Als weerwoord op deze systeemcrises richt hun werk zich op de democratisering van huidige economische systemen en voorstellen voor meer hoopvolle, egalitaire en wederkerige economische systemen, gevoed door alternatieven als de donut-economie, eco-socialisme en de degrowth-beweging. De deelnemende kunstenaars delen het besef dat een dergelijk complex, gelaagd en dynamisch systeem meer vereist dan één eenvoudige oplossing, maar worden tegelijkertijd verenigd door een ogenschijnlijk simpele gedachte: oneindige groei op een eindige planeet is simpelweg niet mogelijk. In dat opzicht nodigt de tentoonstelling je uit om na te denken over wat er echt toe doet: het dekoloniseren van groei als winstmotief, het tegengaan van ongelijkheid, het bevrijden van creativiteit, en het versterken van solidariteit. 

DONUTECONOMIE

Al in 1972 werd in De Grenzen aan Groei, het eerste rapport van de Club van Rome, geconcludeerd dat het onmogelijk is om een exponentiële groei van zowel de economie als de wereldbevolking te garanderen op basis van de beperkte en eindige beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen. Aan de hand van een aantal toekomstscenario’s liet het rapport zien dat pogingen en voornemens tot ongebreidelde groei vroeg of laat—maar eerder vroeg—zouden eindigen in de ineenstorting van sociaaleconomische en ecologische systemen. Vijftig jaar later staan de grenzen weer op de politieke agenda, vaak genoeg om het gekende welvaartsniveau van het mondiale Noorden te “beschermen” tegen migratiestromen, maar dit keer ook als planetaire grenzen die bedreigd worden door klimaatverandering.

Hoe komen we op het punt waarop we in de behoefte van iedereen kunnen voorzien zonder dat dit ten koste gaat van de planeet? Deze vraag vormt de kern van het in 2017 verschenen boek Donut Economics van econoom Kate Raworth. Om goed gevolg te geven aan die vraag stelt Raworth dat we op een fundamenteel andere manier naar de economie moeten gaan kijken en onze fixatie op groei moeten loslaten. De verslaving van een kleine invloedrijke elite aan economische groei heeft namelijk geleid tot extreme ongelijkheid en een ongekende aantasting van de Aarde. Raworth pleit met haar donut-economie voor een bredere doelstelling, waarin zowel het welzijn van de mens als de planeet vertegenwoordigd zijn. Ze doet dit aan de hand van een economisch systeem waarin wordt voorzien in menselijke basisbehoeften binnen een humane, op menselijke ontplooiing gerichte samenleving, waarbij tegelijkertijd de planetaire grenzen niet overschreden worden. In de kern van de binnenste cirkel van de donut—het sociale fundament—bevindt zich menselijke ellende, onheil en rampspoed, waaronder honger, analfabetisme en sociale ongelijkheid. Aan de buitenzijde van de buitenste ring—het ecologische plafond—bevindt zich de aantasting van de planeet, zoals veroorzaakt door klimaatverandering en de biodiversiteitsafname. Tussen deze twee cirkels in bevindt zich de donut: de ruimte waarin we, binnen de mogelijkheden van de Aarde, kunnen voorzien in de behoeften van mensen en niet-mensen. Om het welzijn van mens en ecosystemen te bevorderen is het vinden van een juiste balans dus essentieel. De donut staat, concludeert Raworth, voor “een sociaal fundament van welzijn waar niemand onder mag zakken, en een ecologisch plafond (…) dat niet mag worden doorbroken”.

Het donutmodel van Kate Raworth, uit Donuteconomie (2017).

Helaas genoeg is de veilige navigatieruimte waarbinnen de mensheid kan opereren, zoals deze beschreven wordt in Raworth’s donuteconomie, op de meeste plaatsen al overschreden. Zes van de negen planetaire grenzen—de opwarming van de Aarde, neerslag en drinkwater (waterschaarste), uitputting van de ozonlaag, luchtvervuiling, verzuring van de oceanen, stikstof en fosfor (verstoring biochemische kringloop), chemische milieuverontreiniging, ontbossing, verlies van biodiversiteit—zijn in 2023 overschreden. De economie lijkt zich nog steeds niet effectief los te koppelen van het overmatige verbruik van niet-vernieuwbare hulpbronnen, de vervuiling en uitstoot die hiermee gepaard gaat. Het tegendeel blijkt vaak waar: het markt-gebaseerde geldsysteem is sterk gebaat bij economische groei en zet hierbij aan tot extra leningen, het verlagen van milieu- en klimaatnormen (getuige ook de effectieve lobby van de fossiele industrie tijdens Klimaatconferenties van de Verenigde Naties), en het implementeren van langere werktijden, hogere pensioenleeftijden en bezuinigingen op sociale zekerheid om het gekende groeiniveau dat normaal is geworden door de fossiele economie te kunnen handhaven.

De planetaire grenzen in 2023. Bijschrift: Stockholm Resilience Centre, Universiteit van Stockholm.

DEGROWTH

Waar het model van de donuteconomie een bruikbaar alternatief vormt op de ogenschijnlijk allesomvattende werking van het geavanceerd kapitalisme, en als overkoepelend systeem adequate ruimte biedt om na te denken over de verhoudingen tussen economie en ecologie, tussen mens en planeet, is het evengoed van belang om te kijken naar meer plaatselijke en gesitueerde vormen van niet-uitputtende economieën. Met andere woorden: we moeten geloven dat er alternatieven zijn waaruit we kunnen kiezen, en dit geldt in algemene zin als we weerwoord en weerstand willen bieden aan een systeem van kapitalistische onderdrukking en uitbuiting.

Een dergelijke verhouding tekent zich af in de degrowth-beweging. Het concept van ontgroeien (degrowth in het Engels) manifesteerde zich voor het eerst in de jaren zeventig en kwam tot wasdom in de vroege jaren 2000 in Frankrijk. Het is belangrijk om te onderstrepen dat het concept geen equivalent is van recessie of negatieve groei en in dat opzicht niet letterlijk geïnterpreteerd moet worden. Degrowth houdt in dat bepaalde vormen van niet- of minder noodzakelijke vormen van productie worden afgebouwd, om zo de economie weer in balans te brengen met de natuurlijke leefwereld. Het afbouwen van specifieke vormen van productie vindt plaats op geplande en democratische wijze en raakt alleen de rijkste, meest vermogende groep. Het gaat bijvoorbeeld om luxegoederen als SUVs, vlees en privé-jets. De ontgroeiing die degrowth voorstelt gaat dus op geheel andere wijze dan de plotselinge en disruptieve recessies die we kennen. Recessies gaan vrijwel altijd ten koste van de armste en kwetsbaarste mensen in de samenleving. Zij verliezen hun baan of moeten meer betalen voor dagelijkse boodschappen. Degrowth stelt juist voor de armste groepen erop vooruit gaan doordat de rijksten inleveren. Door het afbouwen van de productie van luxegoederen blijft er meer geld, arbeidskracht en natuurlijke hulpbronnen over om essentiële goederen te produceren die de armste en kwetsbaarste groepen nodig hebben, zoals goed onderwijs en goede gezondheidszorg voor iedereen.

Gelijk aan de donuteconomie behandelt degrowth sociale en ecologische indicatoren in samenhang, door allianties te zoeken en bestaande praktijken en methodes te verbinden. Denk hierbij aan het universeel basisinkomen, coöperatieven, verzet, protest en burgerlijke ongehoorzaamheid, en de commons. Ontgroeien is een proces van politieke, ecologische en sociale transformatie dat de productie van een samenleving vermindert en de levenskwaliteit verbetert, met de nadruk op bestaande zorgen en behoeften, door het terugschroeven van de consumptie en het aanleggen van kortere productieketens.

Tegelijkertijd is degrowth een uitnodiging om met terugwerkende kracht te reflecteren op de geschiedenis: hoe heeft de westerse “beschaving” een dergelijk vernietigend en op productie-gericht systeem voortgebracht, dat tegelijkertijd de leefomgeving uitput en mensen uitbuit? Hierbij vormen genocide en ecocide twee kanten van dezelfde medaille, gemanifesteerd in de doorlopende strijd voor landsoevereiniteit van onderdrukte groepen die zich richten tegen overheden en bedrijven die munt willen slaan uit landconversie, voor bijvoorbeeld het winnen van olie of voor houtkap. Deze reflectie vereist dat we leren van onderdrukte bevolkingsgroepen uit het verleden (en heden) en het mondiale zuiden, waarbij degrowth gaat over het overwinnen van het westerse kolonialisme, ten behoeve van het respecteren, zorgen voor en herscheppen van universele rechten en diversiteit in een geglobaliseerde wereld.

Als we ons door weerstand en verzet weten te bevrijden van dergelijke totaliserende economische (en evengoed patriarchale) denkbeelden, kunnen we beginnen nieuwe werelden te construeren op gelijkwaardige en wederkerige principes, waaronder ecofeminisme, zelfbeschikking- en organisatie, de commons, openheid en bewegingsvrijheid. Met andere woorden: hoe kunnen we goed leven zonder kosten en schulden af te schuiven op anderen, op de planeet en op toekomstige generaties, als het basisprincipe voor klimaatrechtvaardigheid? Wat zijn hierbinnen onze basisbehoeften en hoe kunnen we deze op een duurzame manier invullen? Bestaat er zoiets als zuinige overvloed? Culturele veranderingen tegen een totaliserend kapitalistisch systeem en richting principes van ontgroeien en de donuteconomie lijken niet onmogelijk. Over de hele wereld zien we (lokale) initiatieven die manieren van leven, gebaseerd op wederkerigheid, zorg en duurzaamheid, bedenken en implementeren. Initiatieven die nieuwe horizonten scheppen voorbij winstmaximalisatie als ultiem doen, richting een bredere definitie van welvaart en welzijn.

We leven in het kapitalisme. De macht die ervan uitgaat lijkt onontkoombaar. Dat gold ook voor het goddelijke recht van koningen. Elke menselijke vorm van macht kan door mensen worden weerstaan en veranderd. Verzet en verandering beginnen vaak in de kunst, en heel vaak in onze kunst, de kunst van het woord.” – Ursula K. Le Guin

Download tentoonstellingsbrochure

  1. Kate Raworth, Donuteconomie, 2017. Citaat uit Rob Hagendijk en Paul Kalma, ‘Donutpolitiek gaat van au’, Groene Amsterdammer, juni 2018. 
  2. Voor verdere informatie over het kader voor de evolutie van de planetaire grenzen zie (link)

Samengesteld door Niekolaas Johannes Lekkerkerk, met assistentie van Sergi Pera Rusca.

HET VERLANGEN NAAR EEN DONUT(ECONOMIE) is mede mogelijk gemaakt met ondersteuning van het Mondriaan Fonds, Gemeente Delft, Gieskes-Strijbis Fonds, Het Cultuurfonds, Stichting Zabawas, Van der Mandele Stichting, Stichting Mr. August Fentener van Vlissingen Fonds, OCA – Office for Contemporary Art Norway. Wij danken hen allen hartelijk voor hun steun!